Een onontkoombaar no man’s land voor gevorderden. 

Onbekend is onbemind, maar niet volgens de blik die Bart Hendrickx ons voorschotelt. Het tussen haakjes plaatsen van beelden door de camera is in zijn wereld niet dwingend. Want tussen oog en Ander, tussen oog en kunstwerk bestaat vooral een open wereld waarin oneindige mogelijkheden altijd om de hoek loeren. Tussen grauwgrijze bakstenen en een flauwgeel licht, tussen doek en podium, tussen man en vrouw: de foto’s van Hendrickx onthullen iets unheimlich. Het is het arbitraire spel van de mens, die rondwaart in een onontkoombaar no man’s land voor gevorderden, een decor waarin die mens zijn rollen opneemt, maar vergeet hoe ze weer van zich af te schudden.  

Identiteit blijkt dus altijd een constructie. Zo bepalen cultureel vastgelegde patronen en categorieën onze manier van denken, maar ook onze manier van kijken. In de zwarte figuur met een zware bontjas of de met doeken beklede gevel, schuilt een onderuithalen van die culturele zekerheden: waar kijken we eigenlijk naar? Wat zien we? Het lijken evidente vragen, maar Hendrickx durft ze opnieuw te stellen. Maar is het hier wel de toeschouwer die kijkt? Is het niet hij of zij die zelf onderworpen wordt aan de blik van de foto? Nieuwe verhoudingen ontstaan: fotograaf, toeschouwer en model/object gaan samen op zoek, niet zozeer naar de betekenis van wat er afgebeeld is, maar in het bijzonder naar de betekenis van datgene dat ontbreekt. Naar het gemis. 

Geen lens is alwetend, lijkt de fotograaf te vertellen. Wie naar de foto’s van Bart Hendrickx kijkt, kan de blik laten dwalen zonder vooroordelen. Het kijken zonder agenda is dan ook één van de meest nobele doelstellingen. Maar tegelijkertijd is de fotografie ontsproten aan de wil tot vastleggen, tot definiëren. De fotograaf beseft echter dat hij – vanwege zijn expressiemiddelen – eveneens gedoemd is tot slechts een poging van rebellie. De camera probeert immers het ongrijpbare te vangen, de Ander te benaderen, ook al zal die altijd aan de lens ontsnappen. Geen oog is alziend. De werkwijze van Hendrickx kan op die manier gezien worden als een ware Sisyfusarbeid. Schizofreen schippert hij eeuwig tussen grijpen en loslaten.  

En toch. In zijn najagen van het ongrijpbare, toont de fotograaf ook hoe we weerstand kunnen bieden aan de vastgeroeste zekerheden van het leven. Het is immers het onbekende – slechts voorlopig onbemind – dat het potentieel tot verandering in zich draagt. Kunst duwt ons uit onze dagelijkse beslommeringen, en trekt de wereld open. De foto’s van Bart Hendrickx vormen een permanente uitnodiging om onze rollen te (h)erkennen, van ons af te schudden, en dan die nieuwe, open wereld in te trekken.

Dagmar Dirkx